Ga naar de inhoud

Witte privileges: een nieuwe splijtzwam of een kantelpunt in ons ontmoeten?

Laat me deze blog beginnen met een compliment dat me bezighield. Het is natuurlijk altijd fijn om waardering te krijgen en ik leer steeds meer dit ook te ontvangen, maar dit compliment had voor mij een dieper laagje. Het kwam van Mohamed Barrie, een jonge veelbelovende spreker in het postgraduaat interculturele hulpverlening dat ik coördineer. ia41_white-privilege-existsCongratulations-you-are-enjoyingthe-benefits-of-it-1Hij is sociaal werker en studeert nu voor zijn master. Ik nodig hem uit bij mijn studenten om met hen een namiddag te werken rond ‘Decolonize your mind’. Dat is de titel van de les waarin we ons proberen bewust te worden van ons wit-zijn en alles wat daarbij hoort, zoals ook witte privileges.

Laat me starten met even te definiëren wat witte privileges zijn, mocht jij er als lezer nog niet van gehoord hebben. Ik neem even de omschrijving door Peggy McIntosh: “Ik ben white privilege gaan zien als een onzichtbaar pakketje van onverdiende bezittingen die ik elke dag kan verzilveren, maar waarvan het de ‘bedoeling’ was dat ik er me er niet bewust van zou zijn. White privilege is een onzichtbare, gewichtsloze knapzak met speciale proviand, kaarten, paspoorten, visa’s, kleren, gereedschap en blanco cheques.”
De term werd eigenlijk eerst gebruikt in de feministische beweging waar er werd gesproken over mannelijke en vrouwelijke privileges. De term wit privilege heeft ook een historische context: het was het voorrecht voor de regerende katholieke monarchen of vrouwen van katholieke monarchen om in het wit op pauselijk audiëntie te verschijnen. Andere vrouwen moesten zwarte kleding en een sluier dragen.

De essentie van witte privileges is dat ze een aanklacht zijn tegen ongelijkheid die te vaak wordt gepareerd met het motto: je moet je kansen grijpen. Witte privileges tonen aan dat zelfs als je dit als niet-witte persoon doet, je toch vaak niet in dezelfde positie bent als een witte persoon. En het woord ‘wit’ interpreteren we dan niet louter als huidskleur, maar wit in de zin van behorend tot de dominante groep in de samenleving. Wat meteen dus ook wil zeggen dat in andere delen van de wereld ‘de witte mensen’ ook een kleur kunnen hebben, denk bv. aan een land als Saudi-Arabië. Al is het wel zo dat de witte privileges wereldwijd wel gespreid lijken te zijn. Enkele voorbeelden van witte privileges zijn als je solliciteert of een huis zoekt, gebruik je je eigen naam; als je je treinabonnement vergeten bent, praat je je er uit; als je ergens stage wil gaan lopen vraagt niemand je wat je religie is; als je spreekt, spreek je voor jezelf en niet voor een hele gemeenschap; enz… Anousha Nzume schreef er een treffend boekje over getiteld ‘Hallo witte mensen’ en Dalilla Hermans heeft het er ook over in haar boek ‘Brief aan Cooper en de wereld’.

Eens je je bewust wordt hiervan, lijkt het wel overal een rol te kunnen spelen. Op een bepaald moment komen we dan bij de vraag: ‘En wat kan je daar nu aan doen?’ Tja, dat is natuurlijk een lastige. Veel mensen voelen zich gewoon machteloos of schuldig. Anderen worden er boos om en brengen in dat zij toch ook geen gelukkige jeugd hebben gehad. En vaak terecht vragen zij ook om erkenning van hun leed. Als we hier bij blijven stilstaan, dreigt de bewustwording van witte privileges een groeiende splijtzwam tussen ons te worden. Het drijft ons uit elkaar. We kunnen niet begrijpen hoe erg het voor die ander is. We kunnen niets doen, want ofwel is het paternalistisch wat we doen ofwel systeembevestigend. Binnen de kortste keren dreigt het aankaarten van witte privileges de segregatie alleen maar in de hand te werken. Tenzij… we het eens omkeren. En nu kom ik terug bij waar mijn verhaal begon: het compliment. Mohameds stelling was: je hebt altijd een keuze. Er is het systeem en dat is knap lastig om te veranderen. En ja, je bent geboren waar je bent geboren, met de huidskleur die je hebt, daar kan je niets aan veranderen. Maar je hebt wel agency, de macht om iets te doen. Het bewust gebruiken van je witte privileges kan dus ook iets doen kantelen in de samenleving. En hij gaf toen als voorbeeld: “Dat Fanny mij vraagt als spreker is haar privilege gebruiken op een goede manier.”

En ik realiseerde me dat ik dit dus al jaren doe als ik ergens de verantwoordelijkheid heb over een programma: mensen uit de groep waarover gesproken wordt, aan het woord laten. Ik sla bruggen en gooi deuren open waar ik kan. Dus ja, dat compliment voelde als een erkenning van de inspanningen die ik hiervoor doe en de kritiek die ik hier soms ook op krijg. En het compliment raakte ook een dieper laagje: ik spreek immers zelf zo vaak over diversiteit. Waarbij ik zeker ook altijd mijn eigen kruispunt in beeld breng, vanwaaruit ik spreek, kijk, handel. Daarin is de eigen ervaring van gepriviligieerd en niet-gepriviligieerd zijn zeker ook een rijke bron. Ik heb hard aangebokst tegen mannelijke privileges en doe het soms nog. Ik heb mijn ervaring als eerstegeneratiestudent en dat is zeker een bruggetje naar studenten met roots in migratie, die dat soms ook zijn. Dus, ja ik mag spreken! En tegelijkertijd zei een stem in mij ook: en het is tijd voor andere stemmen. Ruim baan voor hen! Dit jaar gaf ik het coördinatorschap van het vak interculturele begeleiding door aan twee jonge collega’s allebei met roots in migratie maar vooral allebei zeer competent! Ik ga in het verder uitrollen van het PEACEmodel (model voor interculturele competentie) meer en meer werken met freelancers die de workshops geven. Het zijn bijna allemaal zelf mensen met een verhaal op een specifiek kruispunt van diversiteit. Dat gaf me dus een goed gevoel. En toch maakte het compliment van Mohamed mij ook triest. Triest dat jonge competente mensen dus dat zetje van iemand als ik nodig zouden hebben. Enerzijds herken ik het en wenste ik dat ik zo iemand gekend had, anderszijds voelt de rol dus ook erg vreemd aan voor mij. En wat me droevig maakt is dat dit de staat van onze samenleving is. En dat brengt me natuurlijk weer bij mijn missie.

Ik merkte dan ook dat ik de laatste twee weken vol vuur dit thema van privileges overal verspreidde.

  • Ik sprak een publiek van mensen uit het onderwijs toe op de Verusdag rond identiteit. Ik startte mijn lezing met een wat ongewoon selectieproces voor een nieuwe medewerker. Ik shockeerde de witte mannen in de zaal wellicht omdat ze niet gekozen werden, maar dat voelde eerder als een morele oproep. Sta stil bij de vanzelfsprekende normen die je hanteert in werving en selectie in het onderwijs, in de keuze voor je lesinhouden, in de didactische werkvormen. Het merendeel van de tijd is onderwijs en reproductie van de heersende rangorde en de privileges in de samenleving. Als we jongeren voorbereiden op de toekomst zou onderwijs een motor tot verandering kunnen zijn: als ze deze normen eens durfde in vraag stellen en niet zij die afwijken van de normen berispt. Tja, ik had de zaal op voorhand gewaarschuwd… En hopelijk bracht ik het met genoeg compassie.
  • Ik deed de privilegewalk met een 50tal hulpverleners. Het effect was er. Mensen werden zich erg bewust van de toch wel grote afstand tussen hen en hun cliënt. En ook werden sommige andere mensen in de workshop zich bewust dat ze nu op een plaats stonden waar ze alleen maar van konden dromen. En er kwamen persoonlijke verhalen naar boven: een psychiater uit Afghanistan getuigde, een vrouw die lang op straat had geleefd zonder papieren deed een stukje van haar verhaal. We dachten na over professioneel nabijzijn, elk vanuit onze eigen identiteit op een kruispunt.
  • Ik begeleidde een groep waar de interne rangorde (en daarbijhorende privileges) het issue van hun conflict leek te zijn. Met de tools van Deep Democracy gingen we aan de slag om te verkennen hoe er anders zou kunnen samengewerkt worden. En dat verkennen startte bij erkennen. Soms een pijnlijk besef van de positie waar we inzitten.
  • Ik was op de Vrouwendag en schrok van de niet-erkenning aan mijn gesprekstafel rond het witte karakter van onze samenleving en zijn regels vertaald in het huidige onderwijs. Hoezo dan die katholieke feestdagenkalender? De nadruk op schuldbesef bij het maken van fouten door leerlingen? De geschiedenis gezien vanuit het perspectief van de witte bange blanke man? Ik leek de enige aan tafel die zich bewust was van het diep ingesleten niet alleen institutioneel racisme maar ook institutioneel katholicisme. Nochtans is de parallel met wat de feministische beweging aankaart zo groot. Het leek of we allemaal opgesloten zaten in ons hokje.

Als we dus rond rangorde en privilege willen werken, ben ik het volmondig eens met wat filosofe Anya Toploski daarover zegt: ook privilege moeten we intersectioneel denken. Wat zijn de privileges en wat zijn ze niet op ieders specifieke kruispunt. En in de samenleving waar ik nu leef, denk ik dat we dan het katholieke karakter en de klasseachtergrond niet mogen vergeten. We denken dat we dit van ons hebben afgeschud, maar niets is minder waar. En het toont zich vaak net wanneer het gaat over dit thema van wit privilege en mensen hun eigen kwetsbaarheid daartegenover zetten. Robin DiAngelo spreekt in dit verband over witte fragiliteit: het psychologisch onvermogen van witte mensen om met kleurgerelateerde stress om te gaan. Ik denk dat het tijd is om niet kleurenbang of kleurenblind te zijn, maar kleurenlef te hebben. Durven benoemen, erkennen en omarmen van verschil.

Ik hoop dat deze blog je aan te denken zet om je eigen privileges te gaan erkennen en in te zetten om bij te dragen aan de noodzakelijke veranderingen in de wereld. Trap niet in de val van zij die dit discours van witte privileges aanvatten om ons weer uiteen te spelen, om de groeiende solidariteit tussen ons een stok in de wielen te steken. Nee, laat dit een oproep zijn om onze macht en kracht te gebruiken om kantelmomenten te creëren in de transitie naar een meerstemmige samenleving.

black