Ga naar de inhoud

Kan je aan de kant blijven staan? Of: aan wiens kant sta jij eigenlijk?

Een uitspraak van Elie Wiesel luidt: “We moeten altijd partij kiezen. Als je neutraal blijft help je de onderdrukker, niet diegene die onderdrukt wordt. Als je zwijgt, moedig je de folteraar aan, niet diegene die gefolterd wordt.” Als activiste ben ik het volmondig met hem eens. Als Deep Democracyfacilitator is er ook een ander verhaal. Een verhaal dat ik leerde kennen op mijn eigen leerweg als facilitator. Mijn eerste debat met Myrna Lewis (founder van Lewis Methode Deep Democracy) ging precies hierover: moet je iedereen wel een stem geven? Ook de onderdrukker? Ook de racist die andere mensen zelfs geen mensen vindt? Mag die zoiets zeggen? En de dictator die manipulatieve woorden spreekt, geef je hem een forum? Hou je Schild & Vrienden aan boord van je organisatie?

In de transitie naar een andere samenleving worden mensen angstig en onzeker en kiezen ze soms voor rechtlijnige oplossingen, duidelijkheid zelfs al is dat ten koste van andersmans of hun eigen welzijn en geluk. Ze kiezen voor leiders die beloven voor hen te gaan zorgen. Ook al is dat met harde hand. Vandaag de dag moeten we ons dus die vraag stellen, en die vraag wordt ook aan mij gesteld: laten we dit zomaar gebeuren?

Als we geen eigen leiderschap opnemen en in het besef van onze verbondenheid met elkaar en de planeet op zoek gaan naar innovatieve en creatieve oplossingen, wegen die eerder een kronkelig pad vormen, dan dreigen we ruim baan te geven aan autocratie, dictatuur en onderdrukking. En wat dan? Dan neemt de angst vaak alleen maar toe… Hoe geraken we uit deze spiraal?

In mijn ogen door de combinatie van activistisch verzet en neutraliteit in de facilitatie van alle stemmen. Als ik me als professional en ook als mens beweeg in de samenleving vandaag, kan ik niet anders dan de neutraliteitsdans te doen. En me te realiseren “I’m only human after all” (Rag’nBone Man).

Volg je me even in mijn zoektocht?

Wat is neutraliteit?

Neutraliteit is een belangrijke metaskill in de methode Deep Democracy. Het is een fundamentele attitude waarmee je in het werk staat als facilitator. Neutraliteit is zonder oordeel kunnen luisteren naar alle stemmen die aanwezig zijn in de groep. Als we het zondebokfenomeen willen vermijden waarbij alle verschil – zowel in positieve als in negatieve zin – geprojecteerd wordt op één iemand, moeten we in elke dialoog en in elke beslissing alle perspectieven aan boord hebben. Ook die perspectieven en stemmen die we misschien helemaal verkeerd vinden, ongepast, brutaal, kwetsend. Ook daar moet onze aandacht naar uit gaan. Ook dan zijn we present.

Het vraagt een leven om je hierin te oefenen. En er is ook vaak een heel verkeerd beeld over het eindstation: ‘wanneer ben je neutraal?’. Het is niet zo dat je dan kleurloos bent geworden, of helemaal geen mening meer hebt. Nee, neutraliteit als metaskill is net je kunnen bewegen in dat spanningsveld van een mening en geen mening hebben, van een oordeel hebben en compassievol kunnen luisteren naar elk perspectief, van verstrikt geraken in mijn eigen gevoelens en helemaal present kunnen zijn. Ik vergelijk het soms met wat je leert in een mindfulnesstraining. Mindfulness beoefen je niet met als doel een leeg hoofd, geen gedachten meer, dat is niet mogelijk. Wel leer je te kijken naar je gedachten en je er niet door te laten meeslepen. Je leert present te zijn, bij je adem te blijven, en zo in een staat te komen waarin je mild en zonder oordeel aanwezig kan zijn bij jouw en andersmans gedachten en gevoelens.

Wanneer ik de trainingen geef krijg ik veel vragen over deze metaskill. En hoever we daarin gaan.

Vragen bij het begrip neutraliteit

  • Is het wel mogelijk? Is het niet bovenmenselijk om neutraal te zijn?
  • Hoe weet ik het verschil tussen het verliezen van mijn neutraliteit en daar door deelnemers op aangevallen worden of dat deelnemers het gewoon niet kunnen hebben dat ik neutraal ben en blijf en zo een appel doe op hun eigen leiderschap?
  • Hoe kan ik neutraal blijven bij verdriet, woede, vernedering,…? Kan en wil ik dan wel neutraal blijven?

Deze vragen brengen mij op twee begrippen die ik hier graag wil introduceren en die een aanvulling kunnen zijn op ons werk als facilitator.

Witnessing?

Dit is een begrip dat onlangs, door een lezing van Vikki Reynolds, voor mij nog veel meer betekenis kreeg. Vikki is doctor in de psychologie met een praktijk waar ze vooral slachtoffers van trauma (foltering) helpt en ze is ook actief in de hulpverlening aan mensen die zich benoemen als queers en transgenders. Witnessing betekent voor haar dat we niet neutraal en objectief zijn, maar wel het appel voelen om de sociale structuur te veranderen en daar alles voor inzetten wat er in onze macht ligt. Als je als psycholoog aan de slag gaat met mensen en/in groepen moet je je bewust zijn van je macht en van je eigen privileges, anders dreig je meegesleurd te worden in een dominant verhaal.

Ze koppelt haar werk uitdrukkelijk aan een structurele kijk op onderdrukking. Hoe een bepaald probleem geframed wordt, zal ook bepalen wat er aan gedaan wordt: is het een medisch probleem of een politiek probleem dat mensen sterven op straat aan drugs? Is het de schuld van de dronkaard dat hij drinkt of van de veel te hoge huurprijs van huizen waardoor hij wanhopig naar de fles grijpt? Als jij wil staan naast slachtoffers en hen steunen in je verzet, wordt ook je woordgebruik gevoelig: hoe benoem je de mensen met wie je werkt en hoe worden zij genoemd: allochtonen of etnisch-culturele minderheden, travestieten of transgenders, minderbedeelden of kansarmen: al deze termen zijn beladen. En meer nog, ook in ons weten, staan we vaak al aan de dominante kant: in de geschiedenis wordt nauwelijks gesproken over kolonisatie, over genocide. Het is maar als bepaalde verhalen verteld kunnen worden dat mensen ook in hun recht kunnen komen te staan en wij allen de wereld anders en meer verbonden gaan zien.

Als facilitator ben je al een activist gewoon door deze verhalen ruimte te geven, door te maken dat ze beluisterd worden. Als je als facilitator met bepaalde groepen die onderdrukt worden in de samenleving wil werken vanuit solidariteit, is het ook belangrijk om eerlijk te zijn over het kruispunt waar je op staat. Het heeft geen zin je anders voor te doen, te liegen over wie jij bent; het is geen ‘oppressionolympics’, en ik kan het nooit helemaal begrijpen als ik daar niet ben geweest. We zullen nooit same-same zijn, maar we kunnen wel solidair zijn vanuit eenzelfde analyse van wat er in de wereld gebeurt.

En neutraliteit betekent voor mij op zo’n momenten ook dat je respect toont voor de keuze die mensen maken om al of niet te vertellen over hun onderdrukking. En dat je dat niet in hun plaats kiest door hen een vraag te stellen die te onthullend werkt. Door teveel te vragen naar wat ze hebben meegemaakt in plaats van gepassioneerd te luisteren naar de veerkracht van overlevers.

Op zo’n momenten duikt een ander begrip op in mijn arsenaal aan mogelijkheden als facilitator:

Holding space

Soms kan je niet meer doen dan tijd en ruimte te maken en te houden voor wat zich aandient, voor wat wil gezegd worden. Heather Plett schrijft hier mooie dingen over. Ik herken veel wat ze schrijft in de metaskill intuïtie die ik in het boek ‘Van zondebok naar zebra’ toegevoegd heb aan de al beschreven metaskills van de methode Deep Democracy. Intuïtieve wijsheid gidst ons op die zeer broze momenten om te doen wat er gevraagd wordt, niet meer en niet minder.

Enkele tips om die liefdevolle open ruimte te houden:

  • Situeer jezelf op jouw kruispunt op vlak van meervoudige identiteiten; anders is het niet veilig voor anderen om door jou begeleid te worden
  • Geef mensen ruimte om zichzelf te definiëren. Bepaald niet vooraf in welk hokje jij hen zou plaatsen, maar geef hen het recht zich voor te stellen zoals zij zich willen voorstellen.
  • Geef mensen het recht te spreken en niet te spreken. In Deep Democracy doen we dit door mensen erop te wijzen dat ze hun eigen leiderschap kunnen opnemen in sharing en dumpingmomenten: zij bepalen tot hoever ze willen gaan in hun bijdrage; we stellen geen bijvragen. En wie stil wil blijven kan dat, bv. ook in een gesprek op voeten mag je je verstoppen
  • Versterk de ‘nee’ door die ‘nee’ echt au serieux te nemen: zo creëer je een veilige ruimte en neemt de persoon eigen leiderschap op: net in dit ‘nee’zeggen zit een ongelofelijke kracht. En wellicht is die ‘nee’ ook wat deze persoon heeft geholpen om er nog te zijn.
  • Als we luisteren naar hoe iemand weerstand heeft geboden aan onderdrukking, luister dan niet in de eerste plaats naar een slachtoffer maar wel naar iemand intelligent en creatief. Want dit is wat het van een mens vraagt om onderdrukking te overleven. • Breng solidariteit in: vraag aan de persoon die getuigt van onrecht wie hem/haar steunde. Dit brengt in beeld dat een mens er niet en nooit alleen voor staat. In Deep Democracyprocessen kunnen we dit ook doen door in de ruimte ‘steun’ te creëren, in de eerste plaats als facilitator om naast iemand te gaan staan, maar ook door andere deelnemers te vragen of ze zich herkennen in het verhaal. Ook kan het fijn zijn de concrete mensen die steun gaven en niet in de ruimte zijn/kunnen zijn, een plaats te geven in de ruimte.
  • Initieer praktijken van zorg zonder te gaan zorgen vanuit wat jij denkt dat goed is: vraag wat mensen nodig hebben bv. voor ze de ruimte/sessie verlaten. Check ook wat luisteraars naar het verhaal ervaren hebben en wat zij evt. nodig hebben. Begrens het contact buiten de sessie door aan de verteller duidelijk de afbakening te geven dat zij buiten de sessie hier niet op aangesproken wordt als zij dat niet wil.

Doordat we een ally, een bondgenotenpositie innemen, door holding space als facilitator, doen we iets met onderdrukking, we laten het niet gewoon bestaan maar gaan ermee aan de slag. Dat is wat wij kunnen doen vanuit ons privilege. Niet meer en niet minder.

Als we als facilitator deze bijna sacrale ruimte vasthouden zodat mensen kunnen spreken en anderen kunnen luisteren, doen we wat er op dat moment van ons gevraagd wordt. We zijn neutraal en we zijn warm, zorgend waar dat passend is. We zijn neutraal en ook niet, want wij geven mensen het woord en vragen anderen soms te zwijgen en te luisteren. Wij zijn neutraal en we zijn mensen: onze gevoelens zijn soms ook aanwezig en dat mag.

Menselijkheid

Deze dialogen brengen heel wat emoties te weeg vaak. Bij wie spreekt, bij wie luistert en bij wie faciliteert. Vaak hebben slachtoffers niet eens een stem, ze hebben helemaal geen spreekrecht bv. kinderen, mensen zonder papieren: ze kunnen zich niet verdedigen. ‘Hoe beschermen we hen?’ begint met de vraag te stellen hoe beschermen we onszelf. Dit komt tot uiting in onze facilitatie. Kijk maar eens in welke reactie jij je herkent:

  • Je loopt hiervan weg uit angst voor onze je eigen agressie/woede
  • Je bevriest als bepaalde stemmen er niet kunnen/mogen zijn
  • Je gaat een persoon ‘redden’ door de groep diep mee te nemen in een proces: je beschermt de underdog omdat je die positie goed kent

Als je het andere wil doen zou dat willen zeggen:

  • Vanuit neutraliteit het proces zijn gang laten gaan en de underdog niet meer beschermen dan iemand anders •
  • Blijven en de rollen goed spreiden, beseffen dat de gevoelens van angst, agressie, machteloosheid niet alleen van mij zijn
  • Mijn psychologische rank opnemen in een groep en zeggen wat ik wil zeggen, het vloeibaar ipv bevrozen maken, met compassie

Als er sprake is van onderdrukking door machtssystemen, oneerlijke wetten, de medische wereld,… dan kan je – waar dat passend is – ook getuigen en daarna ga je terug in je neutraliteit en kijk je wat de persoon/groep ermee wil of kan. Alles leeft in jou, dus je hoeft geen rol te spelen, maar wel te connecteren met jezelf als mens. Je kan de rollen die jij ziet en zeker de rollen die jij ‘houdt’ delen.

We delen immers allemaal dezelfde oceaan van emoties/ervaringen, sommige mensen ervaren het extremer door het kruispunt waar ze op staan. Als facilitator kan ik dat nooit helemaal begrijpen maar ik heb wel toegang tot alle stemmen in mij als ik diep ga zelf. Onze eigen levenservaring brengt die diepte in ons werk. De samenleving zal humaner worden als wij dit doen. Wij doen als facilitatoren voortdurend een neutraliteitsdans.

Neutraliteitsdans

We kunnen neutraal zijn. We kunnen ook tijdelijk uit de neutraliteit stappen en getuigen. We kunnen uit de neutraliteit stappen en voorstellen doen en om toestemming vragen om het proces te leiden. En dan gaan we weer naar neutraal. In de dans tussen neutraliteit en menselijkheid zijn we er, dat in de eerste plaats: ER ZIJN, luisteren. En we kunnen ook ons eigen gevoel uitdrukken en vandaaruit connecteren met de ander.

Neutraliteit is geen staat van zijn, maar net het balanceren tussen neutraal en niet neutraal zijn. Je kan er nooit helemaal zijn, je oefent je om zoveel mogelijk neutraliteit te bewaren. In dit blog onderzochten we waar we menselijkheid inbrengen en hoe we dat doen zodat we niet alleen onszelf maar een collectieve heling /leerproces mogelijk maken.

Deze neutraliteitsdans is voor mij een essentiële beweging geworden in mijn balanceren tussen facilitatie en activisme. Ik hoef niet te kiezen, ik kan vakbekwaam en met compassie beiden inzetten waar nodig. En net dat maakt me een mens in mijn werk.

Er voor iemand zijn, present zijn en luisteren is een diepmenselijke daad. “Een authentieke dialoog”, zei Freire ooit, “getuigt van revolutionary love”.

Dit blog is gebaseerd op mijn eigen praktijk, een supervisie met Myrna Lewis en collega’s uit de Deep Democracycommunity en een zeer inspirerende lezing door Vikki Reynolds.