Ga naar de inhoud

“Er is geen tijd meer voor compassie!”

Deze uitspraak hield me een nachtlang wakker. Niet in het minst omdat hij werd uitgesproken door mijn soulmate. De uitspraak raakte me; ik hoorde erin onverholen kritiek op mijn werk. Eerste valkuil: ik nam het op voor al wie compassie belijdt of praktizeert.  Verder probeerde ik de uitspraak die me zo raakte te counteren door meer tekst en uitleg te geven bij compassie. Misschien was het een kwestie van een juist begrip. Dat was een volgende valkuil. Weten, het juist willen hebben, was geen hulp in dit gesprek. Wat wel hielp was echt luisteren en bij mezelf te rade gaan welke gevoelens deze uitspraak bij mij losmaakte, over wie ik ben en wat ik in de wereld zet.

Want er zit ook een grote waarheid in deze uitspraak: het is geen vijf voor twaalf meer wat de transitie van onze samenleving betreft: meer en meer moeten we ons ervan bewust worden dat we er volop inzitten, dat de grote ommekeer bezig is en dat er geen ontsnappen aan is. En dat als we misschien teveel compassie hebben voor (witte gepriviligieerde) mensen hier dit letterlijk ten koste gaat van levens in het Zuiden, van mensen- en van dierenlevens, van het leven van toekomstige generaties die zelfs nog geen stem in het debat hebben. De hamvraag blijft: hoe krijgen we mensen mee? Veel mensen? Alle mensen??? Via de weg van de compassie of dringen andere oplossingen zich op? Mogen en kunnen we nog zeggen dat iets niet OK is, dat jij niet OK bent? Dat er grenzen zijn?

Ik deel mijn gedachten hierover in de blog hieronder. Maar toch -ik kan het niet laten- even het begrip compassie duiden.

Compassie is immers vaak een misbegrepen woord. Het Engelstalige compassion wordt verkeerdelijk vertaald als medelijden. Compassie is mededogen. En dat maakt een wezenlijk verschil. Medelijden is een sentimenteel gevoel, het vertrekt vaak vanuit angst en het brengt een superieure houding in waarbij de ander afhankelijk is van jouw medelijden. Mededogen gaat over moed, moed om ook de schaduwkanten in jezelf te zien en van daaruit ruimhartig uit te reiken naar de ander. Mededogen is een kwaliteit van het hart. Aanvullend op mindfulnesstrainingen vind je nu ook compassietrainingen onder de noemer heartfulness. Het begrip compassie heb ik eerder al meegenomen in mijn schrijven rond de meerstemmige samenleving waar ik spreek over ootmoedigheid als één van de talenten die helden in deze samenleving nodig hebben. Ootmoedigheid is een oud woord dat in zich het begrip ‘eer’ draagt en ook nederigheid. We willen het goede en juiste doen en realiseren ons daarbij gelijktijdig dat wij ook maar een beperkte kijk hebben op de werkelijkheid en op wat waar en echt is. Mededogen nodigt dus veel meer dan medelijden uit tot een gelijkwaardige relatie.

Om toch even naar een definitie te gaan, haal ik er graag Karen Armstrong bij, voor mij een autoriteit op dit gebied. Zij richtte ook een wereldwijde organisatie op om compassie in de wereld te verspreiden (www.charterforcompassion.org). Haar definitie luidt: “Compassie is een houding van principieel, consistent altruïsme. Compassie nodigt ons uit om ieder ander altijd te behandelen zoals we zelf zouden willen worden behandeld.”

Ze verwijst ook naar de etymologische oorsprong van het woord compassie, dat in Semitische talen hetzelfde woord is als waarmee de kind-moederband wordt aangeduid. Compassie kan je dus ook vergelijken met de onzelfzuchtige liefde die een moeder voor haar kind heeft.

Compassie is dus een diepmenselijke eigenschap. Compassie is dus niet iets verhevens of onmogelijks, we zijn er als mensen mee uitgerust. Biologisch en neurologisch heeft men kunnen vatstellen dat compassie deel is van ons menselijk apparaat. In het limbisch systeem hebben we een reptielenbrein dat voor ons overleven zorgt. Fundamenteel kent dit maar 4 opties : vluchten, vechten, ons voeden en ons voortplanten. We hebben ook onze neocortex die ons in staat stelt te denken. Maar er is nog een ander deel dat ontstond of geactiveerd werd toen zoogdieren in hun ontwikkeling steeds grotere hersenen kregen en dus vroeger geboren moesten worden en daardoor langer afhankelijk bleven van bescherming en zorg. Hier ontstaat compassie: puur uit altruïsme voor een ander wezen zorgen.

Compassie is ook een lichamelijke gewaarwording. In het boeddhisme wordt compassie verbeeld door de boeddha met de dikke buik, de boeddha van liefdevolle vriendelijkheid. De dikke buik symboliseert een ontspannen houding, een liefdevolle ruimte. En die is grenzeloos: als je in liefde samen bent vervagen grenzen “Een gelukkig mens doet een ander geen pijn.” We kunnen het ook in ons lijf voelen als we compassievol zijn of net niet. Als je gezicht en buik gespannen zijn, heb je weinig ruimte in je lichaam en in jezelf en dan kan je anderen ook geen ruimte geven.

Een andere inspirerende definitie is die van Frits Koster: “Compassie is het vermogen om ons betrokken te voelen bij pijn en lijden. Zowel dat van onszelf als dat van anderen. Het gaat samen met de wens deze pijn en dat lijden te verlichten en de bereidheid daar verantwoordelijkheid in te nemen.” Vooral dat laatste vind ik erg belangrijk. Compassie is een zeer actieve houding. Het is geen lijdzaam verdragen, het is juist opnemen van leiderschap vanuit het hart. Het juiste doen, met mededogen. Een mooi voorbeeld in de praktijk hiervan vind ik dit filmpje dat me telkens weer raakt als ik het zie:

En net in dat doen, daar voelde ik een verschil tussen mij en mijn gesprekspartner. De noodzaak om het NU te doen. Het klimaatlied zingend, kan ik dat ook helemaal voelen.

Het gaat om nog kunnen kiezen om het te doen volgens hoe we willen, change by design. Het alternatief is dat we nu talmen en het change by disaster wordt: we zullen eraan moeten geloven en er zullen al veel slachtoffers gevallen zijn. Het is inderdaad 5 voor 12 of zelfs 2 voor 12, dat zal ik niet ontkennen. Ik merk dat ik nog erg in het dromen zit, me laaf aan wat er momenteel gebeurt: nieuwe jonge stemmen die vertolken wat er nodig is. Vele mooie initiatieven die uit de grond spruiten. En, ja het zal niet genoeg zijn, maar dan gaan we doemdenken. Of is het doendenken? Ja, daar heb je dan een andere polariteit tussen ons: ik de dromer en hij de doener.

Is compassie iets voor dromers? Is het naïef om meer mensen te willen bewust maken, te willen wakker maken aan de wereld? Of is dit net een voorwaarde om echte en diepgaande veranderingen mogelijk te maken? Maar hoelang moeten we dan nog wachten voor iedereen wakker is?

En hoe komt het dat we als mensen niet meer compassie hebben? Daniel Goleman, neuropsycholoog, legt uit dat we standaard zijn uitgerust om anderen te helpen onder andere via onze spiegelneuronen. Voorwaarde is wel dat we de ander dan opmerken. En daar zit het probleem: onze focus is te vaak op onszelf gericht, niet op de ander. Als we boodschappen gaan doen, denken we niet aan de katoenproducent met leukemie of de cacaoboer wiens kinderen niet naar school kunnen gaan. Maar ook in ons dichtbij dagelijks leven merken we mensen met noden gewon niet op. Het lijkt of we als mensen op dat moment een deel van ons brein afzetten. Dat is verontrustend en hoopvol tegelijk. Want het is dus ook simpel: aandacht is het recept!

Compassie heeft in mijn ervaring ongelooflijke consequenties eens je het leeft en beleeft. Het is een bewustwording die je niet kan terugdraaien. Eens je dit ziet van jezelf en de ander wil je ernaar handelen!

Zijn er grenzen aan compassie? Ik denk het niet. In het woord compassie zit het woord kompas vervat. Compassie is misschien wel ons belangrijkste morele kompas om in deze wereld het collectief belang in plaats van het ego centraal te stellen. De Dalai Lama verwoordde het zo: “Love and compassion are necessities, not luxuries. Without them humanity cannot survive.” Ik denk wel dat er grenzen zijn aan het handelen vanuit compassie. Brené Brown bevestigt dit ook vanuit haar onderzoek. Zij ziet compassie als een diepmenselijke vorm van liefde voor de ander. Maar je kan alleen in liefde samenleven als er respect is, als je kan zeggen dit is OK voor mij en dit is niet OK.

Soms moeten er knopen doorgehakt worden. De erkenning van het leed dat daarbij komt kijken, van het geen gelijk krijgen en van het moeten inboeten, daar zit de compassie. Niet in het voor iedereen goed willen doen. Want dat doen we omdat we mensen niet willen teleurstellen en er willen bijhoren. Dat heeft niets te maken met goedheid.  Maar wel met mijzelf goed willen voelen. En daar zit de focus dus weer bij mezelf en niet bij de ander. Deep Democracy vertrekt van het luisteren naar minderheidsstemmen, de of het andere wakker maken, omdat net daar de toegang naar wijsheid schuilt. Compassie als metaskill is daarbij cruciaal!

Let’s practice what we preach: ik zette de tool Let’s Talk met mezelf in – bij gebrek aan aanwezigheid van mijn soulmate – om dit thema van compassie compassievol te verkennen.  Ik voerde een gesprek tussen beide kanten, een kant die me vertrouwd is en mijn schaduwkant. En dat bracht een enorm gevoel van ruimte teweeg. En ook enkele interessante graantjes van wijsheid kon ik oogsten. Deze quote van Karen Armstrong past goed bij het gevoel dat ik had. “Als we onze schaduw niet kunnen accepteren nemen we waarschijnlijk ook een harder standpunt in tegenover de duistere kant van anderen.” Die duistere kant van mijn soulmate, die harde kant, leek ineens ook een heel aantrekkelijk perspectief in te houden, had ook iets van gidskracht.

Ik heb ook de quote van Naomi Klein weer aan de muur gehangen van mijn werkruimte. Zij is klimaatactiviste en stelt: “Er is compassiemoeheid, alsof empathie en niet fossiele brandstof de eindige hulpbron is.” Misschien herkent mijn gesprekspartner dit wel, dacht ik zo. En er zo naar kijken, maakte veel liefde wakker. Naomi Klein’s quote komt uit haar boek No Time.

En ja het is tijd. Voor mij, om nog bewuster met mijn compassie aan de slag te gaan. Genoeg gefilosofeerd dus, wat ga ik doen met al deze inzichten? Vanuit mijn graantjes van wijsheid zijn mijn besluiten:

  1. Om in mijn gezin meer ruimte te maken voor elkaar en elkaars schaduwkanten: begint empathie niet in de opvoeding? Het is een kwaliteit die we aangeboren meekrijgen, maar die in onze hedendaagse opvoeding en onderwijs onder druk komt te staan.
  2. Om in mijn werk als facilitator meer te spreken over de kracht van compassie en voldoende tijd te nemen om dit begrip te duiden. En zinvolle oefeningen te verzamelen om groei in compassie mogelijk te maken.
  3. Om in mijn activisme met compassie verhalen te delen over hoopvolle initiatieven, zodat ze kunnen inspireren eerder dan dat ze anderen afschrikken of aanvoelen als een oordeel
  4. Om in mijn dagelijks handelen aandacht te blijven hebben voor faire manieren van leven, zonder daarin door te schieten naar extremisme of rigiditeit. Maar met een aanstekelijke speelsheid en luchtigheid en waar het kan schoonheid opzoekend.
  5. Om naar mezelf meer mildheid aan de dag te leggen. Ik ben een creatieve gedreven duizendpoot en ik wil het graag helemaal goed en juist. Stilvallen, dagdromen, het niet helemaal op een rijtje hebben, loslaten heb ik leren kennen als zo waardevol. Ik wil de komende tijd genoeg in beide kanten van mezelf staan.

Heeft deze blog jou geïnspireerd? Hoe ga jij met je compassie aan de slag? Helpt compassie jou vooruit? Hopelijk een beetje? En helpt deze blog de wereld vooruit? Wellicht niet of een heel klein beetje? Helpt het dat ik nu 250 Mechelse veggieburgers ga klaarmaken voor de jaarlijkse Veggietafel op de Grote Markt, waar we opnieuw 1000 mensen verwachten? Een beetje. In elk geval spring ik nu op mijn fiets en schiet ik van mijn reflecterende zijn naar mijn doemodus, want die heb ik ook! Die deel ik voluit met mijn soulmate!

Wil je meer lezen over compassie? Een aanrader is het boek van Karen Armstrong met die titel. En ook in het boek ‘Van zondebok naar zebra’, verkrijgbaar in onze webshop lees je over compassie als metaskill voor een Deep Democracyfacilitator.